Vertalen van Nederlands naar Duits; is dit misschien gemakkelijk omdat deze talen veel op elkaar lijken? Uit ervaring kan onze inhouse vertaler Tamara vertellen dat dit zeker niet het geval is. Het nieuwe coronavocabulaire maakt het nog interessanter. Ze schrijft erover.
Natuurlijk lijken Nederlands en Duits de talen op elkaar; ze behoren immers allebei tot de Germaanse talen. Duits is echter een behoorlijk complexe taal. Te beginnen met de o zo geliefde naamvallen, die steeds weer voor een uitdaging zorgen. In het Nederlands kun je opsommingen kort en bondig formuleren, omdat er alleen verschil wordt gemaakt tussen ‘de’ en ‘het’. In het Duits maak je een keuze tussen ‘die’ (vrouwelijk), ‘der’ (mannelijk) en ‘das’ (onzijdig) en afhankelijk van het bijbehorende voorzetsel, werkwoord of zinsdeel moet de juiste naamval toegepast worden. Leuk hè, Duits? Jazeker!
Een bekend discussiepunt is het vousvoyeren. In het Nederlandse taalgebruik spreken we elkaar steeds minder aan met ‘u’ en gebruiken we vaker ‘je’ of ‘jij. In de Duitse taalcultuur is dit ook aan het veranderen, maar in veel schriftelijke gevallen is het nog uit den boze om iemand zomaar met ‘du’ aan te spreken. De voorkeur wordt in het Duits dan dus gegeven aan ‘Sie’. De keuze voor de u- of de jij-vorm en de benodigde uitleg wordt dan ook altijd voorgelegd aan onze klanten.
Een ander, waarschijnlijk minder algemeen bekend vertaalprobleem is het aanspreken van zowel man als vrouw. Ik geef graag een voorbeeld: een bedrijf stelt een interne brief op voor alle medewerkers. In het Nederlands is de aanhef dan meestal “Beste medewerkers” of “Beste collega’s”. Je spreekt dan alle medewerkers aan. De Duitse taal denkt hier anders over. Zo krijg je constructies als “Liebe Mitarbeiterinnen und Mitarbeiter” of “Liebe Kolleginnen und Kollegen“ (en dan hebben we het nog niet eens over de keuze voor „Liebe“ (Beste, als je iemand goed kent) of “Sehr geehrte” (Geachte, de formelere vorm)). Als in het Duits alleen de mannelijke vorm geschreven zou worden, kan dat suggereren dat ook daadwerkelijk alleen de mannen worden aangesproken. Enige nuance hierin is wel vereist; dit beeld is ook in Duitsland aan het veranderen. Bij levering van een vertaling bij dit soort issues, geef ik de klant graag meerdere opties mee.
Ook deze coronatijd zorgt voor interessante vertaalproblemen voor het Nederlands en het Duits. Zo schrijven we in het Nederlands over ‘huishoudens die afstand moeten houden’. In het Duits is deze vorm erg ongebruikelijk, omdat je er een personificatie aan toe moet voegen. In het Duits ontstaan daardoor langere zinnen; voor ‘huishouden’ alleen al worden vier woorden gebruikt: ‘Personen aus verschiedenen Haushalten’. Zoals gezegd, kort en bondig zit er niet altijd in. Een ander mooi voorbeeld is een term die we de afgelopen weken ook steeds vaker gehoord hebben: ‘vitale beroepen’. In het Engels spreken ze over ‘vital professions’. Het Duits biedt echter niet zo’n alternatief. Vitale beroepen zijn ‘systemrelevante Berufe’. Of wat dacht je van ‘Schutzmaterialmangel’? Ja, dit 20-letterige woord is echt een (sinds kort) bestaand zelfstandig naamwoord. Mocht je dit dus van het Duits naar het Nederlands moeten vertalen, kom je niet om een omschrijving heen. Het betekent namelijk: een tekort aan beschermende middelen. Zo zie je maar weer, vertalen is een vak.
Terug naar overzicht